Tussenkomst deontologie in de gemeenteraad van januari

28 Januari 2024

Tussenkomst deontologie in de gemeenteraad van januari

Op de gemeenteraad van januari 2024 pleitten we opnieuw voor de vernieuwing van de deontologische code. Dit is de integrale tekst van de tussenkomst op de gemeenteraad van ons raadslid Andrea Otlet.

Beste voorzitter van de gemeenteraad,

Beste raadsleden,

 

Met mijn tussenkomst wil ik mijn ongerustheid en eigenlijk ook mijn ongenoegen meedelen.

Op gemeenteraad van 18 december 2023 werd deze stap aangekondigd door de burgemeester, op vraag van collega Dereere. Het was al direct duidelijk dat de ambities met de oprichting van een deontologische commissie beperkt zouden zijn. De burgemeester kondigde op 18 december dan wel dat geboorte aan van de commissie vandaag, maar hij zei er direct bij dat het niet de bedoeling is om tot een nieuwe deontologische code te komen deze legislatuur. Nochtans stond dit nu al jaren vooraan op de agenda, gekoppeld aan de oprichting. 

Mag ik dan vragen wat we dan wel concreet gaan doen? Dat zal ook mijn slotvraag zijn. Volgens de statuten moeten we immers nog drie keer samen komen deze legislatuur. Als er niet aan een deontologische code mag gewerkt worden, wat dan wel?  

Nee met uw uitspraken, burgemeester, in december tilde u de werkzaamheden duidelijk al direct over de verkiezingen heen naar de volgende legislatuur.  Daarmee bent u er perfect in geslaagd om een zeer belangrijk dossier zodanig lang en regelmatig uit te stellen, dat er uiteindelijk helemaal niets van komt.

Dat maakt me zeer ongerust. Om ieders geheugen op te frissen zal ik kort de historiek van dit dossier samenvatten:

  • Op de gemeenteraad 19 oktober 2020 leggen wij een voorstel neer op de gemeenteraad om de deontologische code gemeenteraadsleden, die dateert van 2007 te vernieuwen. Ons voorstel werd weggestemd, wel met de belofte dat de meerderheid met een voorstel zou komen.
  • In de gemeenteraad 25 oktober 2021, één jaar later, verklaart de gemeenteraad zich principieel akkoord om een deontologisch project voor mandatarissen op te starten. Dit project bestaat uit de actualisering van de bestaande deontologische code aan de hand van het meest recente VVSG-model en een deontologische vorming nadien door G&I België, het bureau dat dit VVSG-model heeft ontwikkeld.
  • Op het College van 10 januari 2022 beslist het College een voorstel voor te leggen aan de gemeenteraad om een deontologische commissie op te richten.
  • Pas op de gemeenteraad van 25 september 2023 konden we dan de beslissing nemen om een deontologische commissie op te richten. Dat betekent dat de collegebeslissing van januari 2022 ruim anderhalf jaar tijd nodig had om uitgevoerd te worden
  • En ook na de beslissing tot oprichting duurde het nu ook weer de volle vier maanden om effectief tot oprichting over te gaan.
  • U slaagt er trouwens ondertussen alweer in om de volgende hindernis vast te leggen. Blijkbaar moet het College nog een jurist aanstellen in de Deontologische Commissie en moet er nog een overheidsopdracht komen hiervoor.  Een ideale smoes voor verder uitstel!

Ik confronteer u dus met lijdensweg over drie volle jaren heen. Zoveel tijd ligt er tussen een principe en implementatie. Het lijkt wel de processie van Echternach. U zal in uw antwoord wellicht een lange omweg maken met veel uitleg, onder andere over corona, energiecrisis, wereldoorlogen en grote indexsprongen, maar finaal kan u toch niet anders dan toegeven dat dit dossier getuigt van een zeer groot gebrek aan daadkracht.  Wij hebben het dossier op tafel gelegd in oktober 2020, vandaag zijn we 29 januari 2024.

Ik confronteer u verder met het feit dat u zelf verschillende keren in deze gemeenteraad zeer zware engagementen hebt uitgesproken vanuit het belang dat u hecht aan het thema deontologie. U vond vanaf oktober 2020 dat het de code dringend moest vernieuwd worden en dat er een commissie moest komen. Hoe u dat combineert met zo weinig daadkracht blijft mij onduidelijk.

En ten slotte confronteer ik u met het feit dat u zelf vast lid bent van de Deontologische Commissie in het Vlaams Parlement. 

Hoe is het dan mogelijk dat u vanuit die positie erin slaagt om zo’n belangrijk beleidsthema niet aan te pakken in deze legislatuur. Je kan niet blijven zeggen dat je het vernieuwen van een deontologische code uit 2007 belangrijk vindt en vervolgens niet handelen… Of moet ik het zo interpreteren dat het gemeentebestuur deontologie dan toch niet belangrijk vindt? 

Misschien vindt het gemeentebestuur dat er zich in Bredene geen enkel probleem stelt qua deontologie.  Maar dan wil ik toch wel even wijzen op een van de conclusies van Audit Vlaanderen van dit jaar naar aanleiding van een onderzoek.  Ik lees even voor:

Audit Vlaanderen stelde vast dat lokaal bestuur Bredene over onvoldoende afsprakenkaders beschikt voor het gebruik van haar dienstwagens en dat er in een aantal onderzochte dossiers effectief een mogelijke schijn van belangenvermenging aanwezig was.”

Als ik deze zaken nu koppel aan uw uitspraken op de laatste gemeenteraad, nl. dat er geen nieuwe code komt deze legislatuur, dan maakt mij dat zeer ongerust en verontwaardigd.

Mijn vragen zijn dan ook de volgende:

  • Wanneer mogen wij nu daadwerkelijk de eerste startvergadering van de Deontologische Commissie verwachten? En zullen we deze legislatuur nog aan de drie opgelegde zittingen raken?
  • Herneemt de burgemeester zijn standpunt van de vorige gemeenteraad of laat hij het gewoon aan de commissie zelf over welke werkzaamheden de deontologische commissie deze legislatuur nog zal opnemen?

Het is me voor mij duidelijk dat een eerste samenkomst van de commissie dringend noodzakelijk is. Er zijn onderwerpen genoeg. En dit punt is eigenlijk al een aanleiding op zichzelf!